In de afgelopen jaren heb ik ontdekt dat je heel leuk kan fietsen als je van het asfalt af durft te gaan. Met een beetje fietsconditie en wat aanscherping van de fietstechniek kun je op plaatsen komen waar je anders alleen wandelend komt. Op de fiets heb je wel beduidend meer actieradius dan te voet, dus je ziet meer. Inmiddels is de terreinfiets dan ook mijn voorkeurs meeneemfiets, als we met het gezin op vakantie gaan. Vroeg in de ochtend alvast een beetje terrein verkennen of als de rest van het gezin op een ander dagdeel een apathische fase heeft, dan even wat inspanningsuurtjes scoren.

Dit jaar ga ik alweer voor de 3e keer ook specifiek met de terreinfiets een week op pad om een stukje buitenland te verkennen. Na een rondje Mont Blanc en de Cevennen, gaat de reis dit jaar september van de Alpenrand naar de Middellandse Zee. De gidsen van MTB Clinic zorgen dat je de mooiste paden veilig over komt.

Samen met Danny en zijn schaatstrainer Ronald hebben we onlangs voor het eerst aan een meer sportief inspanningsgericht soort terreinfietsen deelgenomen. In La Reidstonden wij 2e pinksterdag aan de start van de Ardennen Trophy. Een MTB marathon over90 km met een kleine2,5 km klimhoogte. Mijn Vannicholas titanium hardtail is wat men noemt in “marathon trim” en dat moest maar eens uitgetest worden. Circa 600 deelnemers hadden zich ingeschreven voor deze langste afstand en na de wedstrijdrijders zaten wij, door een vroege inschrijving met een laag startnummer, in het eerstvolgende startvak.

Onze triathlonvereniging bivakkeerde massaal in Coo om 1e pinksterdag deel te nemen aan Tilff-Bastogne-Tilff. Wij konden aansluiten bij dit bivak voor een goede maaltijd en een redelijke nacht rust vooraf. Aldus kreeg ik de kans om eens voorzichtig te proeven aan dit erg gezellige jaarlijks terugkerende clubevenement met behoorlijke gezinsparticipatie. Prettig om zo eerst uit te kunnen rusten van de reis naar de Ardennen en alvast de deelnemersnummers op de voorgaande dag af te halen. Dat geeft een hoop rust op de vroege ochtend van de inspanningsdag zelf.

Ik kon op een lekker tempo vertrekken en de startgroep smeerde voldoende uit om redelijk vrij te kunnen fietsen. Al in de eerste kilometers kwam Ernst van Horssen, die ik nog ken van het rondje Mont Blanc en die vaak zulke marathons rijdt, me voorbij. Tot mijn verrassing haalde ik hem na enige tijd echter weer bij. Dat gaf moed. Jammer dat een te lage bandenspanning achter er voor zorgde dat ik in een lange rechte snelle stenige afdaling een stootlek reed. Danny en Ronald kwamen voorbij zoeven terwijl ik de binnenband verwisselde. Met het minipompje kon er onvoldoende lucht in de reserveband gepompt worden en moest ik omzichtig steenpunten ontwijkend langzaam doorrijden naar de eerste materiaalpost om de band goed op spanning te krijgen. Toen kon ik weer snelheid maken. Ronald had ik al doende weer ingehaald en Danny zat nog ergens voor me. Hem trof ik ongeveer op het 1/3e punt uitrustend met de rug tegen een muur van een begraafplaats. Hij voelde zich “dood”. Ik had gezien de achtergrond een minder toepasselijke term gebruikt.

Even wat eten, wat bijpraten en wat rommelen aan de versnelling om te proberen de allerkleinste versnelling te kunnen schakelen. Het laatste lukte niet. Door het aangehangen derailleurpatje van Problem Solver kon de achterderailleur net niet genoeg uitslag aan de kant van het achterwiel maken en mijn bandenwissel had het probleem verergerd. Ik moest het echt zonder kleinste versnelling doen en stoempend op een te laag beentempo de klimmen aangaan.

De fiets doet het verder boven verwachting. Wat een stuurgemak, wat een uitgebalanceerde geometrie voor mijn lichaamsbouw, wat een verbetering zo’n grotere voorremschijf. De geringe veerweg voor en de harde achterkant maken de fiets niet de meest comfortabele, maar wel snel en trefzeker. Koers kiezen tussen en langs de opdoemende obstakels gaat als vanzelf. Koers volgen in de klim langs het met de ogen vooraf uitgezette pad gaat makkelijk. Op het laatste moment voldoende snelheid terugnemen als het padoppervlak daar om vraagt gaat met één of twee paar vingers. Het is slechts mijn gebrek aan ervaring en behendigheid waardoor ik een drietal keren onderuit ga en waardoor ik een tiental obstakels wijselijk verkies lopend te nemen.

De vermoeidheid begint toe te slaan rond het 50 km punt. Als eerste begint mijn rug te protesteren. Niet gewend om langdurig zo actief te fietsen met rugzak en 3L bladder als belading. Gelukkig kan ik iets meer ontspanning vinden en trekt de rugpijn weer weg. Rond het80 kmpunt beginnen de onderarmen te protesteren. Het lukt me niet om die meer te ontspannen. Integendeel, ik voel zelfs opkomende blaren in mijn handen bij de vingeraanzet. Als laatste laten de benen weten dat het prettiger zou zijn als ik wat meer op het zadel zou gaan zitten, maar dan ben ik al in de laatste kilometers en is het tijdverlies beperkt.

Zo’n MTB marathon is erg zwaar en ik had liever gehad de ze de bordjes met10 kmintervallen hadden weggelaten. Het duurt voelbaar te lang voor je het volgende bord bereikt hebt. Liever geen voortgangsaanduiding, dan een demotiverende voortgangsaanduiding. Voor de ervaren mensen is het natuurlijk een andere beleving, die kunnen lekker aftellen. Verschillen tussen fietsers worden groter als je gaat klimmen. Verschillen in fietscapaciteit en fietsconditie worden extra vergroot als je het terrein in gaat. Leuk voor je zelfvertrouwen als je al doorduwend mensen in lange klimmen inhaalt. Fnuikend voor je zelfvertrouwen als je tegen de grens zit en van achteren een tweetal zonder ademnood een uitvoerige discussie hoort aangaan.

Ga geen marathon fietsen als je van het landschap wil genieten. Door het wedstrijdelement en de deelnemerschare ben je veroordeeld om je ogen voor je te houden. Leuk dat ze de route door weilanden, bossen, beken, langs hellingen en zelfs over kasteelachtig privébezit leiden, maar meer dan een vluchtige ooghoekblik kun je jezelf niet permitteren. Je ogen zijn gericht op het pad en de eerstvolgende obstakels. Als de blik afdwaalt, dan is het ter controle van welke versnelling geschakeld staat en in welke mate de banden zijdelings uitpuilen. Heb je even stukje rust dan lurk je snel wat uit de bidon met aangezoete inhoud of zuig je aan de bladderslang.

Met grote wielen gaat ontegenzeggelijk beter. Een groot hart is handig, want met durf worden hindernissen voelbaar kleiner. Het kan ook, zoals een grapjas onderweg wist te vermelden die een krakkemikkig pallet in een beekbedding wel fietsend nam, met een grote bek. Als je tegen jezelf met die grote bek zegt dat je het kan, dan lukt het ook.

Leuke ervaring zo’n marathon. Niet dat ik het veelvuldig zal gaan doen, maar het is zeker iets voor een jaarlijkse uitdaging. Deze Ardennen Trophy was goed georganiseerd, uitdagend zwaar en door de droge omstandigheden lekker voor een eerste keer. Nog een keer proberen onder modderiger omstandigheden zal dezelfde tocht een compleet ander karakter geven verwacht ik.

Sportieve groet,

Kor van Hateren

 

Link naar foto´s klik hier  Zoek op startnummer 60

Over de auteur

één antwoord

Laat een antwoord achter