De derde trip  met MTB Clinic.

Na het rondje Mont Blanc en verkenning van de Cevennen in twee voorgaande jaren , is dit jaar van Digne in de Alpen naar Théoule aan de Middellandse Zee gefietst. Ik betrapte mezelf er op te willen vergelijken met de eerder tochten wat betreft schoonheid van het landschap, moeilijkheidsgraad van de bereden ondergrond en zwaarte van de inspanning.  Niet echt interessant, want de Pré  Alps zijn erg mooi en indrukwekkend, je hebt begaanbaar en amper begaanbaar en je kan je zo vaak in het zweet fietsen als je jezelf maar niet opblaast voor de volgende dag.

De geomorfologie:

De Alpiene ondergrond bestaat voornamelijk uit zandsteen, leisteen en kalksteen.  De gesteenten zijn sterk geplooid met op veel plaatsen een discordante kalkstenen kap. Herkenbaar is dat de Alpen in sterk verschillende snelheden zijn opgestuwd. Er zijn duidelijk twee rustiger fasen geweest die hebben geleid tot plateauachtige tussenniveau´s. Nieuw voor mij waren Robines. Dit zijn fijn brokkelige, erosiegevoelige, zwarte leisteenhellingen die bij enige neerslag spekglad kunnen zijn en niet tot nauwelijks begroeid zijn. 

In het middendeel van de tocht zijn de dalen diep ravijnvormig ingesneden door de Verdon en zijrivieren. We worden door de gids naar spectaculaire diep-vergezichten geleid. Op een meer vlak deel van de route zijn karst kenmerken duidelijk waarneembaar. Sterk witte steenhopen  van restanten kalksteen, tussen  half open begroeiing van naaldhout.

De Mediterraine ondergrond bestaat overwegend uit een rode graniet met hier een daar een dunne inschakeling van een zandige leisteen. Dat levert gelijk een heel ander landschap op met meer evenredige hellingshoeken. De verandering van het landschap wordt nog geaccentueerd door een behoorlijk andere begroeiing met o.a. kurkeik en eucalyptus.

De route:

Op de website van MTB Clinic staat de route aangegeven. Geweldig hoe ze de leuke paden aaneen hebben geregen. Hulde voor Karst en Jan-Willem voor het uitzetten zo’n 7 jaar geleden. “Alles fahrbar”  voor de zeer geoefende fietster. Wij moesten hier en daar toch echt kleine stukjes lopen en soms met de fiets op de nek. Een enkel deel was weliswaar berijdbaar, maar  vanwege de naastliggende diepte toch verstandiger om te bewandelen.  Leuk wordt het ook als er wat langer bij een technisch stukje wordt geoefend. Het motiveert enorm om anderen moeite te zien doen en vooruitgang te zien boeken op het nemen van obstakels.

Machtig mooie uitzichtpunten, genieten van de wisseling in ondergrond, genieten van de geur van de begroeiing. Jammer dat slechts twee van onze groep de steenbokken hebben gezien op de eerste of tweede dag. Stil makend uitzicht in een diepe gorge met een vale gier neerstrijkend op zijn of haar nest op een richeltje op de schier loodrechte kalkstenen wand. Af en toe een heel leuk stukje asfalt, zodat je wat makkelijker je ogen op de omgeving kan richten en dan weer een pad wat alle aandacht en concentratie vereist.

Helaas weinig eetbaars onderweg dat viel wel op. Geen frambozen, vlierbessen, bosbessen, bramen of wilde aardbeien. Dat was rond de Mont Blanc en in de Cevennen echt beter. In de Cevennen was er zelfs laaghandend hard fruit!

De inspanning:

Zoals gezegd, je kan net zo diep gaan als je zelf wil, maar je moet wel zorgen wat energie over te hebben voor concentratie en korte krachtexplosies op de technische stukken. Ontspannen spieren  nemen de moeilijke stukken makkelijker. Bewondering  daarom voor de ijzerhandelaar uit Gorinchem, die zich het meest moest inspannen en toch in staat was om rijtechnisch veel bij te leren. Bewondering ook voor de jongeling uit de kop van Overijssel. Veel talent, maar vooral een leergierige houding hebben hem in een week veranderd van een sportieve MTB’er naar een potentiële marathon podiumrijder.  

Een paar keer lekker diep kunnen gaan. De eerste was een prachtige asfaltklim door een gorge, waarin ik het record van fietsvriend Maarten heb geprobeerd te evenaren. De tweede was met de Gorinchemer aan de binnenband op een lang schotterpad. De derde was een vergeefs probeersel om even snel een gaatje van 150 meter met Danny en Jeroen dicht te rijden. De vierde was op de slotdag, op de slotklim achter Jeroen aan, op een ruig schotterpad.

Het gezelschap:

Danny – club- en reisgenoot, zeer behendig op de fiets en geïnteresseerd in de omgeving.

Hendo  en Jan – twee ijzervretende  fietsvrienden die de overstap van het asfalt naar het terrein hebben gemaakt. Zullen de Drunense duinen vanaf nu tamelijk gewoontjes vinden.

Jeroen –  de jongeling. Ben benieuwd wanneer zijn naam bekend gaat worden. Op basis van zoveel plezier in fietsen en leergierigheid gekoppeld aan talent , zou dat best wel eens snel kunnen zijn.

Jan-Willem – naar eigen zeggen goed bedeeld met een paar fietsbenen en een zeer humorrijke , maar ook verantwoordelijke gids.

Robbert –  de downhiller die we jammer genoeg niet in actie gezien hebben en tripmecanicien die heel wat aan de meegebrachte fietsen heeft moeten verbouwen en repareren om ons ten volle van het terrein te kunnen laten genieten.

 

Het materiaal:

Echt terreinfietsen enkele dagen achtereen voor meer dan vijf uur per dag, daarvoor moet de fiets vooral comfortabel zitten. Een all-mountain set up met voor- en achtervering blijkt de beste. Een breed stuur is essentieel  en zo breed mogelijke banden met een stevig karkas eveneens.  Om bij het klimmen het voorwiel aan de grond te kunnen houden heb ik het zadel zo ver mogelijk naar voren geschoven op de al rechte zadelpen.  Verbazingwekkend welk verschil een centimeter verschuiven van het zadel al kan maken. De bandenspanning moet zo laag mogelijk zijn, maar  voldoende hoog om stootlek te voorkomen. In mijn gewichtsklasse ben ik helaas genoodzaakt om daarom op te hoge bandenspanning te rijden en bijbehorend gemis aan grip en tractie voor  lief nemen.  Nooit beseft trouwens dat bij een eenarmige voorvork, de lefty van Hendo, er te allen tijde ook minstens één arm aan het stuur moet zijn.

De overnachtingen:

Digne – hotel met eten in de stad waar Jan Willem zijn onderhandelingsvaardigheid toont.

Tartonne – slaapzaal en maaltijd (beter dan vorig jaar naar verluid) in de herberg van Thomas

St. Andre – goed restaurant met kamers in bijgebouw (parapanter en echtgenote)

Trigance – Mathilde (met nieuwe vriend) en een zware maaltijd

Callian – sterren hotel in wording met een geïnteresseerde Porsche eigenares

Théoule – self catering huis met uitzicht op en toegang tot de Middelandse Zee

 

 

De anekdotes:

Dat zijn er nogal wat. Voor de deelnemers ter herinnering:

–          Verhalen van probeersels, vallen en opstaan en overwinningsgevoel

–          Twee bijzondere gastvrouwen

–          Verhalen over de kwaliteit van het eten bij Hendo thuis. Reünie in Gorinchem?

–          De verhalen over deelnemers uit voorgaande jaren met bijzondere prestatiedrang (ene MvW uit Zunderdorp)

–          Een gastheer met hekel aan piepende remmen

Voor de foto’s KLIK HIER

Kor, september 2012

Over de auteur

2 reacties

  1. LeendertJanW

    Het is bijna of we er zelf bij zijn, Kor!
    Prachtige belevenissen, zo komen dromen tot werkelijkheid. Als jij de routes nu goed onthouden hebt, kan je als reisleider voor een TVB groep gaan optreden, toch?

Laat een antwoord achter