Zondag 1 augustus 2021.

Ironman 70.3 Maastricht Nederland

Om 8.15u kwam ik aan in de wisselzone. Eigenlijk alleen maar om nog even te plassen voor de start. Zo’n zenuw-plasje. Een irritant zenuw-plasje. Want je wil dat plasje toch uit je blaas. Dus je gaat toch maar in de veel te lange rij staan. Hopelijk red ik dat voor 9.00u, want dan worden de eerste waves weggeschoten bij de start. Er staan veel kerels in de rij. Iedereen weet dat zij last hebben van zenuw-kak. Irritante zenuw-kak. Want het duurt altijd zo ontzettend mega super lang eer 1 zo’n kerel die grote boodschap helemaal afgerond heeft. En als er dan nog een stuk of 25 van dat soort mannen voor je staan… De tijd tikt langzaam weg, net als het tempo waarop de rij zijn grote boodschappen wegwerkt voor me. Duurt laaaaang. En lang verhaal kort (want dit is echt een poepstuk van deze Ironman): ik word weggestuurd uit deze rij, om in een andere lange rij opnieuw weggestuurd te worden. Om voor een derde keer aan te sluiten in een rij, ditmaal buiten de wisselzone, voor slechts 3 toilethokjes…

Het startschot is ondertussen al geklonken, en mooier nog, de eerste atleten druppelen op hoog tempo al binnen van hun eerste onderdeel: een 5,3km lange run. Het zwemonderdeel is helaas gecanceld door de hoge stroomsnelheid van de Maas. Dit als gevolg van de overstromingen in Duitsland, België en Limburg van 2 weken eerder. De eerste loper kwam al na een minuut of 16 binnen. En ik? Ik sta nog steeds in die rij voor 3 toiletten, om van dat rot zenuw-plasje af te komen. Als ik om kijk naar de startrij voor de startboog zie ik dat die niet super snel korter wordt. Sterker nog, dat gaat misschien net zo langzaam als de kakkende mannen op de 3 toiletten. En mijn tijd gaat toch pas lopen wanneer ik zelf over de startlijn kom. Rustig wacht ik tot ik aan de beurt ben. Even adem in, zenuw-plas eruit en hup achteraan in de 4de rij van de dag aansluiten.

Zo heerlijk, die spanning in de rij voor de start. Ik merk dat ik er energie van krijg. Een beetje heen en weer hupsen op de beat van de stampende muziek tegen de kou. Voetje voor voetje gaat de rij vooruit. Ongeduldige mensen laat ik voor, als jij zo nodig een paar seconden eerder wilt starten, lekker doen! De startboog komt dichter en dichter bij. Ik kijk eens op mijn horloge. Bijna 10 uur alweer. Ik druk op het ‘play’ knopje van het horloge en zet de activiteit alvast op hardlopen. De meneer voor mij rent na een harde pieptoon weg. Zodadelijk is het mijn beurt! Dan mag ook ik beginnen aan een mooie sportdag. “Tuut-tuut-tuut-tuut!” schalt de aftel-toon met korte tussenpozen over de Maas. De hand van de jury nog ter hoogte van mijn middel. Mijn vingers aan mijn horloge. ‘Piep’! En ik begin te rennen.

5,3km hardlopen ipv zwemmen. Hardlopen is niet het onderdeel wat me het beste ligt. Dus ja, natuurlijk vind ik het jammer dat het zwemmen niet doorgaat. Niet dat zwemmen me beter ligt hoor, maar het maakt de triatlon nu eenmaal een triatlon. Nu voelt de Ironman 70.3 toch anders. Moeder natuur is bikkelhard. Hard voor alle getroffenen in het rampgebied, maar zeker ook hard voor de triatleet. De natuur maakt geen onderscheid. Accepteren hoe het is en niet te lang bij stilstaan.

Ik had me voorgenomen niet te hard van start te gaan. Het is zo gemakkelijk jezelf op zo’n relatief korte loopafstand helemaal aan stront te lopen. Opgezweept door al die atleten om me heen en door het publiek wat er gelukkig toch nog stond langs de kanten van de weg. Ik voel me gedragen door alle mensen die er zijn. En hoe leuk is het als er ook nog 2 clubgenoten aan het supporteren zijn, goed te herkennen aan het blauw en wit van de TVB. Er doen naast mij nog 2 clubgenoten mee aan dit mooie event. En ook andere bekenden staan langs de kant aan te moedigen. Maastricht is immers toch 13 jaar mijn hometown geweest.

Maar omdat je zo zweeft door al die mensen om je heen ga je, althans.. ik tenminste, automatisch toch wat harder dan je gewoonlijk in een training zou doen. Een 2de voornemen tijdens dit event was: doe alles op gevoel. En als het goed voelt: lekker ermee doorgaan. En goed voelt het. Ik vind een prettig ritme en kan netjes blijven lopen. Lekker om me heen kijkend geniet ik van elke stap die ik zet. Dit tempo is goed. Dadelijk rustig aan wisselen naar het fietsonderdeel. En pak even een bekertje water mee bij die wissel. Ondanks dat de zon niet schijnt is het toch wel warmpjes. Ik visualiseer nog een keertje waar mijn wisseltas hangt, herinner mezelf eraan dat ik mijn schoenen in de andere wisseltas moet steken en mijn fiets hangt in het tweede rek vooraan in het linker pad. Lekker dicht bij de bike-uitgang van de wisselzone.

Als een volleerd triatleet (ahum) zet ik mijn knal gele helm op en doe ik mijn schoenen aan. In de zakjes van mijn shirtje die ik aantrek zit een reepje, mijn bril, de wahoo en mijn handschoentjes. Ik lurk wat slokken uit de bidon die ik al lopend richting mijn fiets meeneem. Uit enthousiasme loop ik toch nog voorbij mijn fiets. Prachtig vind ik dat: wel blijven opletten he. Ik trek de fiets uit het rek en loop ermee naar de streep. “You can start biking from here”, zegt een vriendelijke jurylid bij de streep. Boh, die man heeft dat toch al vaak gezegd vandaag!

Na een kort stukje fietsen hoor ik een bekend fluitje. Een trotse Ronald staat te joelen in hartje Maastricht. Kijk hem eens trots zijn! En dat maakt mij weer trots. En dankbaar. Want hij heeft me toch een paar uurtjes moeten missen omdat ik wat meters moest maken ter voorbereiding van dit alles. Toch wel handig; die knalgele helm en knalgele sokken. Ben ik lekker herkenbaar voor hem. Na een bochtig stuk rijden we Maastricht uit. Eindelijk die armen in de beugel en eens kijken hoe de benen voelen.

Ik vind het een schitterend fietsparcours. Het begint mooi glooiend met een aantal leuke niet al te lange of steile klimmetjes. Dat ligt me best goed. Zeker de uitlopers na een klim vind ik lekker. Daar kan ik mijn kracht goed op kwijt en dat merk ik ook als ik op die stukken veel mensen inhaal. Ik ken deze streek als mijn broekzak. Ik weet precies waar de klimmetjes pittiger worden, waar de bochten komen in afdalingen en waar ‘mijn’ stukjes liggen. Dat helpt enorm met het indelen van de rit van 90km.

De eerste 40-45km verlopen zo fijn glooiend. Daarna gaan we een vlakker gedeelte in, waar dan nog wel de Slingerberg net voorbij Geulle ligt te wachten. Er staat een klein westen windje, maar die voel je toch wel hoor, zeker de laatste 10-15km, waar het echt open en vlak wordt. Maar ik voel me goed, de benen voelen goed. Liggend in de beugel vliegt het asfalt onder me door. Ik blijf nog steeds kleppers inhalen. Soms in een wat langer spel, waarin ik iemand inhaal, hij mij weer inhaalt, ik hem weer inhaal… tot het moment dat ik achter me kijk en ik een groot gapend gat achter me zie. Lekker, weer iemand eraf gereden. Goed voor mijn moraal. Maar ook aan dit fijne fietsonderdeel komt een einde. En ik moet niet met te dikke volle poten aan het laatste onderdeel beginnen; die halve marathon. Daar ben ik toch ook nog wel even mee zoet namelijk.

Naast me schiet een jongeman door over de streep. “Hey, afstappen VOORRRRR de streep!”. De jongen verontschuldigd zich, wat ik wel schattig vind. Ik zoek het plekje in het rek voor mijn fiets op, vind nog een half afgekloven reepje in het zakje van mijn wielershirtje en eet die al lopend richting omkleedtent op. Snel gooi ik nog 2 bananenschillen weg, pak mijn tasje met hardloopspullen en kleed me rustig om. Dik 2 uur hardlopen voor de boeg. Laat ik maar weer beginnen met wat drinken. Per ongeluk pak ik een colaatje aan (dat lust ik dus echt niet), maar ad hem toch maar achterover. Daarna nog een bekertje water en we kunnen eraan beginnen. Ik heb een gelletje voor de laatste paar kilometers in mijn zakje gestoken en stop in het andere zakje mijn fietshandschoentjes die ik vergeten was uit te trekken.

Dat looponderdeel na het snelle fietsonderdeel, dat voelt toch altijd zo raar. Het voelt zo ongelofelijk langzaam. ‘Zo traag als dikke stront’, denk ik nog tijdens het lopen. Maar echt, ik begon voor mijn doen best hard aan het looponderdeel, en nog voelt het alsof je achteruit loopt. Het schiet niet op.

We lopen eerst weer door het centrum van Maastricht, om vervolgens een heen-en-weertje (keer 2) te doen op een vrij smal fietspad langs de Maas stroomopwaarts. Ik vind het niet echt een boeiend parcours. Maar wow, wat staat er toch veel publiek! Ik weet het, ze staan er niet voor mij, maar zo voelt het wel. Ik begin te glimlachen en geniet nog even extra. Veel publiek, veel atleten om me heen. Af en toe een bekende. Ik was bang dat dit stuk ongelofelijk saai zou worden en dat ik dan in mijn kop zou gaan zitten. Je moet niet in je kop gaan zitten, tenminste, ik niet. Ik moet buiten mijn kop blijven. Om me heen blijven kijken, genieten van de activiteit, energie zuigen uit de mensen om me heen. En dat lukt goed. Heel goed zelfs.

De kilometers vliegen (ondanks de langzame ervaring) voorbij en ik loop verrassend sterk. “Je overstijgt jezelf Maan!” roept Ronald me toe, als ik nog 2 kilometer te gaan heb richting de finish. Ik voel het ook. Al heb ik geen idee hoe lang ik nu eigenlijk bezig ben. Ik heb het horloge aangezet, voornamelijk om af en toe mijn tempo te checken. Ik ben niet bezig geweest met tijden. Ik ben bezig geweest met onwijs genieten! En ik mag nog 2 kilometer volle patat genieten. En dan, de laatste bocht richting de finishboog is in zicht. Oh, nog een bruggetje. En daarna nog een klein extra lusje met nog een heel klein hellinkje. Waarom ik dat benoem? Omdat dat ontzettend veel pijn deed. Mijn benen waren er toch wel klaar mee. De finish kwam precies op tijd.

Wat een mooie sportdag!

Leer momentjes vanuit deze Ironman70.3:

– Meer eten onderweg. Het ging tijdens het event goed, maar de dagen erna heb ik wel erg veel honger. Ik moet niet denken dat ik op 1 reepje, 1 banaan en 1 gelletje dik 5 uur kan sporten…

– Hou deze geniet-modus vast: lekker!

– Er zit volgens mij wel meer in het vat. Ik wil toch eens wat serieuzer gaan kijken hoe ik in geniet-modus me beter kan voorbereiden op/trainen voor de halve marathon. Met oog op een snellere run en een beter herstel.

– En ik wil technisch beter leren zwemmen, maar dat had ik voor dit event al bedacht.

Over de auteur

Laat een antwoord achter